teaser-image

ADHD of autisme bij je kind? Neurodiversiteit naast elkaar

Joerie

ADHD en autisme worden medisch allebei gezien als ontwikkelingsstoornissen, die zich kunnen manifesteren tijdens de kindertijd. Sommige diagnoses kunnen zich zo vroeg voordoen als 24 maanden, maar meestal laten de meeste kenmerken zich duidelijk blijken vanaf het 4e of 5e levensjaar. Tot een goede 10 jaar geleden was het onmogelijk voor een arts om zowel de diagnose van autisme áls ADHD te stellen binnen dezelfde persoon, maar door recenter en genuanceerder onderzoek is gebleken dat dit wel degelijk mogelijk is. ADHD en autisme hebben bepaalde overlappende raakvlakken, omdat bepaalde aspecten zich in ongeveer dezelfde zones van persoonlijke ontwikkeling (zoals communicatie en concentratievermogen) afspelen. Langs de andere kant, kunnen de manieren waarop ADHD of autisme zich uiten ook erg verschillen. In deze blog willen we duidelijkheid scheppen rond de algemene kenmerken van zowel ADHD als autisme, verduidelijken waarin ze gelijken en uitleggen waarin ze toch wel degelijk kunnen verschillen.

Een belangrijke kanttekening bij deze tekst is dat we voor deze blog van de generisch (algemeen) opgetekende diagnose-kenmerken zijn uitgegaan. ADHD en autisme kunnen zich allebei echter wel op erg uiteenlopende manieren uiten. Bij de ene persoon zal het anders zijn dan bij de andere, het is vaak een erg subjectieve beleving.


De kernkenmerken van autisme, of ASS


Autisme wordt medisch gecategoriseerd als een neurologische ontwikkelingsstoornis, wat wilt zeggen dat de hersenen zich op een structurele andere manier ontwikkelen dan bij mensen die geen autisme hebben. Door dit neurologische verschil, wordt er ook wel eens gesproken over “neurodivergentie” wanneer het over autisme gaat (maar evengoed over ADHD, of dyslexie), in tegenstelling tot “neurotypisch”. Neurodivergentie houdt het concept van “anders denken” in en probeert af te stappen van (ziekte)labels. Neurodivergentie omarmt de variatie van denken en hersenen en stelt dat er geen 1 “standaardbrein” is, dat medisch als “gezonde standaard” genomen wordt.

De officiële benaming van autisme is autismespectrumstoornis, of ASS in het kort, net omdat het zich op zulke diverse manieren kan uiten. Medisch gesteld zijn er wel twee kernkenmerken, of grondkenmerken, die in meer of minder heftige maten vastgesteld dienen te worden om de diagnose van ASS te kunnen stellen. Deze kenmerken betreffen de beperkte ontwikkeling van

Sociale interacties en sociale communicatie (contactstoornis)
Interesses, gedrag en activiteiten (in de zin van dat deze repetitief zijn en blijven)
Zo kán een kind met autisme bijvoorbeeld moeilijkheden ervaren met het maken van oogcontact en erg in zichzelf gekeerd blijven tijdens sociale activiteiten. Soms treden er ook taalontwikkelingsmoeilijkheden op. Typisch gezien ondervinden kinderen met ASS ook moeilijkheden met beeldspraak en imaginatief denken. Zo kunnen kinderen met autisme het bijvoorbeeld moeilijk hebben met “doen alsof” spelletjes, of snappen ze directief wijzen naar een voorwerp niet goed (bijvoorbeeld naar jou blijven kijken in plaats van naar het object dat je aanwijst). Vaak kunnen kinderen met autisme ook erg heftig en angstig reageren op veranderingen in de omgeving of dag-structuur, wat samenhangt met een neiging naar repetitieve activiteiten en lichaamsbewegingen en erg geconcentreerde/gefocuste interesses.

Bovenstaande situaties zijn een greep uit de mogelijke uitingen van ASS. Zo kan het ook zijn dat het kind zich taalkundig wel erg goed kan uitdrukken, maar dat praten over gevoelsmatige, innerlijke en “reflectieve”, abstracte zaken erg moeilijk is. Slaap- en eetstoornissen kunnen ook voorkomen, en soms kan er ook een grote woede aanwezig zijn in het kind, wat kan leiden tot (zelf)destructief gedrag, zoals met dingen gooien, stampen, of zichzelf pijn doen.


De kernkenmerken van ADHD


ADHD is medisch een ontwikkelingsstoornis die zich voordoet in het zenuwstelsel. ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder en benoemt zo ook al zijn twee centrale kenmerken: aandachtsstoornissen en hyperactiviteit (en impulsiviteit). Er is ook een andere vorm, ADD, waarbij vooral de aandachtsproblemen zich voordoen en het aspect van hyperactiviteit en impulsiviteit eerder op de achtergrond voorkomt of zich subtieler voordoet. Deze laatste vorm wordt minder snel opgemerkt, maar kan bijvoorbeeld wel leiden tot problemen op school.

Bij kinderen kan ADHD zich uiten in erg druk, impulsief gedrag en het erg moeilijk hebben met stilzitten. Vergeetachtigheid en verstrooidheid komen ook vaak voor, alsook erg heftig of boos reageren op prikkelrijke ervaringen. Dit kunnen emotionele prikkels zijn, maar ook prikkels van het gehoor of de tast (volwassenen met ADHD kunnen ook snel “overprikkeld” geraken). Andere typische kenmerken zijn erg snel afgeleid zijn of niet geconcentreerd kunnen blijven op één zaak, zoals de les op school of een spel dat je aan het spelen bent.

De drukte en hevigheid kunnen zich ook zichtbaar vertalen naar sociale situaties. Zo kan een kind met ADHD andere mensen bijvoorbeeld erg snel onderbreken, kunnen ze vaak te laat komen of hun taken niet op tijd af hebben. De hevigheid en impulsiviteit kan zich ook uiten in effectief probleemgedrag en soms komt ADHD ook voor met nog andere ontwikkelingsproblemen, zoals taalontwikkeling of motorische vaardigheden. Omdat heftigheid en probleemgedrag zich net wat extremer uiten bij jongens dan bij meisjes, of omdat meisjes sneller sociaal gecorrigeerd of geconditioneerd worden, worden meer jongens gediagnosticeerd met ADHD dan meisjes. Dit is niet omdat meisjes geen ADHD kunnen krijgen, maar eerder omdat de uiting van symptomen bij hen vaker onder de radar blijft.

ADHD wordt niet altijd vastgesteld, omdat het bij de reactie(s) van de omgeving van het kind staat of valt of de ADHD-uitingen problematisch worden gevonden of niet. Diagnose is echter wel belangrijk, omdat ADHD wordt meegenomen naar het volwassen leven en daar ook voor complicaties kan zorgen – ook al zwakken sommigen aspecten af, zoals de direct zichtbare hyperactiviteit. Zo hebben (onbehandelde) volwassenen met ADHD dikwijls een continue rusteloos gevoel, kunnen ze prikkels en relationele veranderingen expres opzoeken, kunnen ze een erg korte lont hebben en kunnen ze veel dieper en complexer in het web van middelenmisbruik en verslavingen gevangen geraken.


Autisme en ADHD vergeleken met elkaar


Praktische situaties

School en schoolwerk kunnen een goede inkijk geven in hoe het brein van je kind aan het werk is. Misschien kan je kind erg goed en gefocust leren voor een vak dat ze graag doen, zoals wiskunde of wereldoriëntatie, terwijl ze bij een ander vak dat hen niet interesseert amper vooruitgang boeken en de hele tijd afgeleid zijn. Dat wil dus niet zeggen dat gefocuste concentratie onmogelijk is: eerder dat het selectief en samenhangend met de interesses is. Het kan echter ook het geval zijn dat je kind alles interessant vindt en van het één naar het ander springt, terwijl ze heel moeilijk voor langere tijd gefocust kunnen blijven op één vak.

In sociale interacties kan je kijken naar wáár de moeilijkheden van je kind zich precies bevinden. Vinden ze het moeilijk om überhaupt te praten met iemand, of verloopt dat praten moeizaam omdat je kind van het één op het ander springt, of continue de focus verlegt, of niet luistert? Op die manier kan je ook kijken naar hoe het zit met de vriendschapsvorming van je kind. Zijn er weinig vriendjes gemaakt omdat je kind dat precies gewoon niet wilt en liever alleen bezig is, met zichzelf, en misschien een favoriet speelgoedje, of verloopt dit stroef omdat je kind alle aandacht opeist, niet goed kan luisteren naar anderen of snel boos wordt?

Hoe gaat je kind om met verhalen en films? Kunnen ze geboeid blijven kijken en luisteren, of lopen ze weg, praten ze tussendoor continue over andere dingen, of interesseert het hen niet en reageren ze apathisch? Kan je kind jou vertellen hoe zij of hij zich voelt? Ondervinden ze zelf leed aan de eventuele sociale moeilijkheden die ze meemaken, of vinden eigenlijk alleen de ouders dit erg?

Wat doe je hier mee?

Bovenstaande vragen en concrete situaties kan je nader bekijken wanneer je een vermoeden van ofwel ADHD of autisme hebt bij je kind. Sociale interacties, fantasie- en concentratievermogen zijn de wijdste arena’s van herkenbaarheid bij zowel ADHD als ASS. Gericht kijken naar hóé de moeilijkheden zich nu precies uiten kan al een goed beginpunt zijn richting meer duidelijkheid. Het kan immers zijn dat kinderen weinig tot geen vrienden maken op school, maar dit kan erg uiteenlopende redenen hebben. Schrijf de zaken in zoveel mogelijk detail op wanneer je dingen begint waar te nemen. Schrijf niet “gesprekken gaan moeilijk”, maar schrijf “gesprekken gaan moeilijk omdat Sven de anderen continue onderbreekt”, of net “gesprekken gaan moeilijk omdat Sven de andere mensen niet antwoordt of aankijkt”. Dan zit je met heel andere casussen.

Hoe ga je verder?

Je huisarts is altijd je eerste hulplijn in welke situatie dan ook. Zij kunnen je verder helpen met de situatie, je verdere uitleg geven én zorgen voor uitgebreide begeleiding van je kind en je gezin. De school zal ook sowieso betrokken worden bij het hele verdere zorgtraject. Ga naar je huisarts bij twijfel of vermoedens.

Diagnose & Neurodiversiteit: het belang van begrip(pen)

Harvard-onderzoekers onderstrepen nogmaals het belang van een correcte diagnose. Jammer genoeg rust er nog erg veel stigma op zowel ASS als ADHD, maar misschien nog wel het meeste op ASS. Heb geen schrik van het huisartsenbezoek, lieg zeker niet, probeer zaken niet “beter” of sociaal wenselijker voor te stellen of anders te interpreteren dan ze zijn. Een correcte en vroege diagnose kan de ontwikkeling, gezondheid en het geluk van je kind alleen maar ten goede komen, want er is voor zowel ADHD als ASS uitgebreide en gepaste begeleiding. De jonge kinderjaren, de lagere school periode, zijn cruciale jaren voor de verdere levensontwikkeling van je kind. Een gebrek aan gepaste begeleiding of opvoeding op maat kan desastreus zijn voor het hele verdere leven.

Belangrijk om te blijven doen is naar je kind te kijken hoe hij of zij is, en niet doorheen de bril van hoe je in je hoofd had, of nog steeds hebt, dat ze zouden moeten zijn. De website www.neurodiversiteit.be kan je een heel open en verademende blik bieden op zowel ADHD als autisme, alsook dyspraxie en dyslexie. Via verschillende tools biedt de website je een kijk in het hoofd en de blik van deze soort denkpatronen en perspectieven. Je kind is perfect zoals hij of zij is en met de juiste en correcte begeleiding kunnen ze ook gelukkig worden en hun specifieke talenten leren kennen en ontplooien. Sommige mensen zijn tegen labels of “hokjes”, maar soms heb je de (h)erkenning van een hokje nodig, om er vervolgens “uit” of door te kruipen en jezelf te vinden. Een label kan je helpen begrijpen wat de situatie is, zodat je verder kan en je leven kan leiden, met het label op de achtergrond.

Bronnen (2022): gezondheidenwetenschap.be, Harvard Health Publishing, Neurodiversiteit.be

Covid-19: de zin en onzin van voedingssupplementen

Joerie

Deze blog behandelt onder andere lopende wetenschappelijke onderzoeken rond het relatief nieuwe virus dat we kennen als "het coronavirus" of Covid-19. Tijdens de pandemie tastten veel onderzoekers en wetenschappers in het duister en soms blijkt dat veelbelovende info van één moment maanden later achterhaald, irrelevant of foutief is. Dat is de kunst van gefundeerde wetenschapsbeoefening: onderzoeken, bijstellen waar nodig en nieuwe paden inslaan. We trachten onze blogteksten regelmatig te reviseren, om lezers zo correct mogelijk te informeren. Voor deze blog raadpleegden we info van het Harvard Health Institute (versie april 2021) en overzichtsdocumenten van de National Institutes of Health (versie augustus 2021).

Inleiding: Covid-19 en voedingssupplementen?


2020 was het jaar van corona. Tot in een groot stuk van 2021, werd het dagelijks leven bepaald door de golven en opstoten van het virus. We namen en nemen allerlei preventieve maatregelen om de verspreiding te voorkomen. Zo wassen we onze handen vaker, is handgel een vaste waarde geworden, mondmaskers zijn genormaliseerd en "anderhalve meter afstand" klinkt iedereen ondertussen bekend in de oren. Naast het Covid-19 verhaal, hebben we ook de jaarlijkse griepgolven die door de bevolking stromen. Virussen en bacteriën zijn alom aanwezig, maar waarom wordt de één wel ziek en de ander niet? Vaak wordt er met de vinger gewezen naar vitaminetekorten of ongezonde bloedwaarden. Wat valt hierover te zeggen in verband met Covid-19?

Deze vraag en anderen zijn nog steeds alomtegenwoordig: waarom maakte een Covid-19 besmetting de één doodziek en krijgt de ander slechts te maken met milde symptomen? Wereldwijd onderzoek tijdens en na pieken van de pandemie sloeg verschillende wegen in, op zoek naar mogelijke verklaringen. Een bepaald pad leek te leiden naar bepaalde bloedwaarden van Covid-19 patiënten, onder andere de waardes van vitamine D. Wat blijkt hier ondertussen van aan te zijn? In deze blog trachten we je een beknopt overzicht te geven van bepaalde wetenschappelijke bevindingen en bespreken we de zin en onzin van bepaalde supplementen in verband met Covid-19, en willen we je waarschuwen voor mogelijke gevolgen van onbegeleide en/of ongeïnformeerde zelfmedicatie.

Wie wordt ziek en wat is de oorzaak hiervan?


Onderzoek bestempelt leeftijd of het hebben van een chronische aandoening zoals diabetes type 2 en obesitas als voornaamste risicofactoren bij een besmetting met Covid-19. De sleutel naar het antwoord ligt dus ergens in onze algemene gezondheid. Uiteraard is ons afweersysteem de cruciale factor in dit verhaal. Een chronische aandoening heeft immers een invloed op je afweermechanisme en maakt je kwetsbaar voor infecties en ontstekingen.

Nochtans herstelden vele ‘ouderen’ en obesen vlot, terwijl ook jongeren en volwassenen zonder chronische aandoeningen besmet worden en zwaar ziek zijn. Een studie toonde aan dat in de zwaarst getroffen landen (Italië, Spanje en Zwitserland) de vitamine D waarden, vooral bij ouderen, gemiddeld lager bleken te scoren dan het al lage minimum van 30 mmol/liter. Ook in België is een vitamine D tekort een veel voorkomend probleem, maar liefst 80% van de bevolking scoort te laag tijdens de wintermaanden.

Betekent dit dan dat massaal en globaal vitamine D supplementen slikken de pandemie in de kiem had kunnen smoren, of toekomstige pandemieën kan voorkomen? Zo simpel is het jammer (en voorspelbaar) genoeg niet. In de volgende paragrafen vind je een beknopte neerslag van de huidige stand van zaken (oktober 2021) omtrent Covid-19 en de zin en onzin van bepaalde voedingssupplementen.

Vitamine C, D en Zink: onbeslist of irrelevant


In een complexe en chaotische context als die van Covid-19 kan het zelfs voor getrainde wetenschappers moeilijk zijn om door de bomen het bos nog te zien. Één van corona's meest beangstigende kenmerken was en is de onvoorspelbaarheid. We hebben ondertussen allemaal verrassende verhalen gehoord van gedoodverfde risicopatiënten die amper last hadden van hun besmetting, én van fitte mensen die ogenschijnlijk perfect in orde waren en wél op intensieve belandden. Hoe zit dat? Waarom herstellen sommige mensen wel of niet; wat zien we over het hoofd? Het viel (en valt) op de schouders van de wetenschappers om verklaringen te vinden voor corona's complexe ziektebeeld en -verloop. Ingeslagen paden van onderzoek bleken meer dan eens echter onsuccesvol of onbeslist. Correlatie is geen bewijs van causaliteit, of in gewone mensentaal: het wilt niet zeggen omdat iets aan elkaar gelinkt kan worden dat deze zaken ook een oorzakelijke relatie hebben.

Zo blijkt dus ook, voorlopig en jammer genoeg, het geval voor voedingsstoffen als vitamine C, D en Zink. Vitamine C heeft onder andere sterke antivirale kwaliteiten en vitamine D is wetenschappelijk bewezen fundamenteel bijdragend aan een gezonde werking van ons algemene immuunsysteem. Zink bezit deze eigenschappen ook en is ook nog eens ontstekingsremmend. Deze vitamines en het mineraal zijn dus erg belangrijk voor de sterkte van onze gezondheid en tekorten hieraan maken ons vatbaarder voor aandoeningen. Wetenschappers hebben op verschillende manieren geprobeerd een werkende formule of verklaring te vinden voor de al dan niet betekenisvolle link tussen deze stoffen en Covid-19, maar in het algemeen blijven de resultaten te gevarieerd en onbeslist. Dit gebrek aan rechtlijnigheid in onderzoeksuitkomsten maakt het erg moeilijk om betekenisvolle uitspraken te doen. Behandeling met deze supplementen, voor of na de besmetting, hielp effectief in sommige studies, maar was zonder effect in andere. Er dient ook een onderscheid gemaakt te worden tussen besmettingspreventie en besmettingsbehandeling, want dit zijn erg verschillende zaken.

Bovendien bestaat er de analysefout die als "omgekeerde causaliteit" beschreven wordt, wat mogelijk het geval was voor de (foutief gebleken) link tussen vitamine D tekorten en coronabesmettingen: geïnfecteerd worden met een virus doet je vitamine D bloedwaardes namelijk dalen. Deze daling, wanneer die resulteert in een vitamine D tekort, kan dan niet geïnterpreteerd worden als de oorzaak van de infectie. De infectie veroorzaakte het tekort, niet andersom. Zo is het ook dat een tekort aan Zink je lichaam meer vatbaar zal maken voor infectieziekten, maar dit geldt voor veel infecties in het algemeen, niet alleen of specifiek voor Covid-19.

Vitamine C kan sporters in extreme omstandigheden extra beschermen tegen het verkoudheidsvirus (alpinisten, skiërs, etc.) en longontstekingspatiënten met een vitamine C tekort hebben wel degelijk baat bij vitamine C supplementen, maar deze vlaggen gaan (voorlopig) niet bewezen op voor Covid-19. Een verenigde groep van meer dan 200 wetenschappers en medische experten riep in een open brief de bevolking op om meer vitamine D in te nemen voor hun immuunsysteem op peil te houden of te krijgen, om zo een Covid-19 besmetting te voorkomen of de symptomen milder te maken. Dit was op basis van veelbelovende studies, maar de studies zijn vaak niet bestendigd of bevestigd genoeg om er een algemene, wetenschappelijk bevestigde causale link uit te kunnen halen. In sommige studies bleek vitamine D toename of inname immers irrelevant. Het is al jaren geweten dat een voldoende hoeveelheid vitamine D een belangrijke rol speelt in je weerstand tegen ziektes, en dus ook Covid-19, maar het is niet dé verlossing brengende factor die corona kan voorkomen of genezen.

"Voor alle zekerheid wat supplementen nemen kan toch geen kwaad?" Jawel!

Het komt erop neer dat je als mens serieus kan lijden onder een tekort aan vitamine C, D of Zink, want deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor je gezondheid en bestandheid tegen ziektes. Mensen met een tekort aan deze stoffen hebben dus sowieso baat bij een begeleide en verhoogde inname van deze stoffen voor hun gezondheid in het algemeen. Het is echter niet het geval dat een persoon met een voldoende hoeveelheid van deze stoffen in zijn of haar bloed extra geweerd of beschermd is tegen Covid-19 wanneer ze nog eens extra supplementen innemen, integendeel. Je kan wel degelijk een teveel aan vitamine C, D of Zink of in je bloed hebben, wat allerlei ernstige gezondheidscomplicaties met zich mee kan brengen. Wees dus extra alert voor mogelijke kwakzalverij of dubieuze commerciële advertenties: begin niet op eigen houtje zonder een voorafgaand vastgestelde medische reden vitamine- of mineraalsupplementen te slikken, want je kan jezelf meer kwaad dan goed doen. Je lichaam is een complexe machine, heb hier voldoende ontzag voor en laat je gezondheidsbeslissingen telkens gidsen door deskundig advies.

Probiotica en Omega-3: positieve geluiden


Heeft de wetenschap dan nog geen enkele veelbelovende link kunnen leggen tussen Covid-19 en bepaalde voedingsstoffen? Jawel! We spreken hier over veelbelovend, maar wel degelijk nog lopend onderzoek, dus we kunnen niet al te voorbarig victorie kraaien. Er zijn echter hoopgevende, initiële bevindingen rond probiotica en omega 3.

Omega 3: preventie en herstel?

Een paar grootschalige studies hebben ontdekt dat mensen die zelf aangaven meerdere keren per week omega-3 supplementen te nemen over een periode van minstens 3 maanden ongeveer 12% minder risico zouden lopen op een Covid-19 besmetting. Een andere studie ontdekte dat Covid-19 patiënten die een bepaalde dosis omega 3 supplementen kregen een significant beter herstel hadden dan andere Covid-19 patiënten. Omega 3 vetzuren zijn erg bevorderlijk voor het immuunsysteem en hebben ook ontstekingswerende kwaliteiten. Bepaalde studies kunnen dus statistisch relevante en veelbelovende resultaten voorleggen, waardoor er nu verschillende gecontroleerde onderzoeken en experimentele behandelingen aan de gang zijn om te kijken of de hypotheses kloppen. Definitief kunnen er dus nog geen bevestigde richtlijnen gegeven worden, maar er heerst voorlopig voorzichtige goede hoop.

Probiotica en darmgezondheid: niet te onderschatten

Vergelijkbaar met het verhaal van de omega-3 vetzuren hierboven, vonden wetenschappers dat mensen die rapporteerden op regelmatige en onderhouden basis probiotica supplementen te nemen ongeveer 14% minder risico op besmetting liepen. Probiotica zijn bacteriestammen en -kolonies die in je darmen leven en een goede darmgezondheid is onontbeerlijk voor je weerstand tegen ziektes in het algemeen. Je kunt je darmgezondheid boosten door gezond te eten, te bewegen en daarnaast voeding te geven aan je darmflora (deze voeding voor probiotica heet prebiotica). De veelbelovende onderzoeksresultaten betreffen probiotica en naast de mogelijke verlaging van besmettingsvatbaarheid, vond een andere studie ook dat de symptomen van Covid-19 patiënten die probiotica supplementen toegediend kregen stelselmatig verbeterden én dat deze patiënten minder sterfkans hadden. Net zoals voor omega-3 vetzuren, lopen er momenteel verdere onderzoeken om deze hoopgevende eerste bevindingen verder uit te pluizen.

Wat nu?


Het is belangrijk om te weten dat wetenschap als een praktijk leeft. Wat vandaag veelbelovend lijkt kan morgen keihard worden ontkracht: zo is het nu eenmaal, en maar goed ook. Checken, opnieuw checken en opnieuw herhalen en checken vormt de sleutel tot bestendigde en veilige wetenschappelijke kennis, waarop experten gezondheidsrichtlijnen baseren. Deze kunst kan niet geforceerd worden. Onderneem op eigen houtje niets drastisch. Laat je leiden door deskundig advies en steek absoluut voldoende tijd en energie in je eigen gezondheid: beweeg, slaap voldoende, ga regelmatig de frisse lucht in, eet voedzaam én pleeg vooral geen aanslag op je lichaam door ongecontroleerd en lukraak voedingssupplementen te nemen. Raadpleeg je arts en/of apotheker als je je zorgen maakt over je algemene weerstand, laat misschien een bloedonderzoek doen om te kijken of je tekorten hebt, en volg voor de rest deskundig advies op.

Allergie

Joerie

WANNEER STUIFMEEL EEN PROBLEEM WORDT.

EEN LOOPNEUS, TRANENDE, RODE OGEN, KRIEBELHOEST. HET IS DUIDELIJK: ER HANGT STUIFMEEL IN DE LUCHT !

Vandaag de dag is één persoon op vijf allergisch. Meest voorkomend is de allergische rhinitis of hooikoorts die een constante groei kent. Enkele tips om van de lente te genieten zonder hooikoortsaanvallen.

VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN:

Vermijd zoveel mogelijk het contact met de substanties die verantwoordelijk zijn voor uw hooikoorts. Dat is uiteraard niet altijd eenvoudig.

Je kan de kalender van de stuifmeelvorming raadplegen en uitstapjes vermijden tijdens een hoge pollenbelasting.
Het gras maaien is het ergste dat een persoon met hooikoorts kan doen, nochthans produceert een regelmatig onderhouden gazon minder stuifmeel.
Draag geen contactlenzen tijdens een hoge pollenbelastingperiode.
Voorzie een pollenfilteruitrusting in uw auto; sluit de ramen tijdens je verplaatsing.
Was ‘s avonds uw haar om het dagelijkse stuifmeel te elimineren.
Draag een zonnebril, vooral als er wat wind is.
Laat uw was binnen drogen tijdens het pollenseizoen.
Roken en luchtvervuiling verergeren hooikoorts.

DOKTERSADVIES?

Er bestaan verschillende lokale (ogen, neus) en orale behandelingen volgens je allergiegraad. Een preventieve antihistaminicumbehandeling kan worden voorgeschreven om de symptomen te vermijden of te verminderen. Deze moet wel worden gestart vanaf het begin van de periode waarin je doorgaans hooikoortsaanvallen krijgt.

Tegenwoordig bestaan er antihistaminica van de tweede generatie (cetirizine, levocetirizine,…) die, vergeleken met de vroegere geen slaperigheid met zich meebrengen. Volg de raadgevingen van je arts! Zonder behandeling kan hooikoorts uitmonden in een ergere ziekte zoals astma.

Een hooikoorts die je al jaren meesleept is geen ramp. Er bestaan heel wat oplossingen, spreek erover met je arts en vraag ons om advies.

Voor 20% onder ons heeft de komst van de lente niesbuien, verstopte neuzen en tranende ogen. De eerste golf van berkenstuifmeel komt eraan.

Hieronder 5 tips om jezelf te beschermen:


1. SPOEL JE NEUS ’S MORGENS EN ’S AVONDS.

Om de allergenen, die vastzitten in het neusslijmvlies, los te maken is een fysiologische serum spray aangewezen zowel ’s morgens als ’s avonds om de neus goed te reinigen. Je kan elke avond het haar wassen zodat het stuifmeel de kans niet zou krijgen om zich op het slaapkussen of de zetels te nestelen en zo vermijdt men contact met de ogen en mond.

2. VERLUCHT HET HUIS.

Bij voorkeur ’s morgensvroeg tussen 7 en 9 uur en in de late namiddag na 17 uur. In geval van een stuifmeelpiek is het echter aangeraden om binnen te blijven en de ramen te sluiten. Laat dan de was niet buiten drogen. Zet indien je naar buiten gaat, een zonnebril op. Het bomenstuifmeel dringt ook in je auto binnen. Sluit dus ook de autoramen.

3. DENK AAN VITAMINE D.

Bijna alle soorten allergische aandoeningen zijn de afgelopen decennia sterk gestegen. Eén van de oorzaken van deze steile opgang is het tekort aan vitamine D bij de Belgische bevolking. Vele studies wijzen een link aan tussen het tekort aan vitamine D en de opkomst van vele allergische ziekten, zowel voedsel- als ademhalingsallergieën, bij kinderen of volwassen.

4. JEZELF GOED VERZORGEN IS DE BOODSCHAP.

Men kan een preventieve behandeling voorschrijven met antihistamine. Dit voorkomt het optreden van de symptomen, of in elk geval, zullen deze aanzienlijk verminderd worden. Dit moet gebeuren vanaf het begin van de periode waarin zich normaal een allergische rhinitis voordoet. Opgelet alcohol en antihistamine gaan niet samen!

5. DESENSIBILISATIE?

Ongeveer 20% van de patiënten reageren niet volledig op deze behandeling, de geneesheer kan dan een immunotherapie of desensibilisatie voorstellen. Het is een methode waarbij de patiënt beetje bij beetje aan de allergenen wordt blootgesteld en waarbij de dosis trapsgewijs wordt verhoogd. Het doel is om de patiënt stilletjes aan te laten wennen aan deze stoffen (tolerantie kweken). Het is kwaad helen met kwaad … maar de resultaten zijn er! Over het algemeen verdwijnen de symptomen met deze behandeling en heeft dit een duurzaam effect. Voor sommigen wil dat zeggen dat zij vaarwel kunnen zeggen aan de verschillende behandelingen. De desensibilisatie zou ook het risico verminderen op nieuwe allergieën en om eventueel astma te ontwikkelen.

WAT IS HET STUIFMEELGEHALTE VANDAAG ?

Het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid heeft een aërobiologisch surveillance netwerk op punt gezet dat elke dag, vanaf januari tot september, de pollenconcentratie in de Belgische lucht meet.

Ga naar de site www.airallergy.be

Download de kalender hier.

Huisapotheker

Joerie

KIES UW HUISAPOTHEEK

Vanaf 1 oktober kunnen personen die aan een chronische ziekte lijden en verschillende geneesmiddelen per dag gebruiken, hun huisapotheker kiezen.

WAAROM EEN HUISAPOTHEKER ?

Het voordeel van deze nieuwe service voor de chronische patiënten is dat de huisapotheker altijd een globale kijk zal hebben op de algemene gezondheidstoestand van zijn patiënt, dit leidt tot een gepersonaliseerde opvolging, individuele raadgevingen en de apotheker kan de patiënten op tijd naar andere zorgverstrekkers te sturen.
De apotheker kan ook een schema van de geneesmiddelen voorleggen.
Deze nieuwe service in de apotheek is volledig gratis voor de patiënt.

WAT IS EEN GENEESMIDDELENSCHEMA ?

Een medicatieschema werkt een beetje als een wegwijzer bij uw behandeling. Alle geneesmiddelen, met of zonder voorschrift, worden in een tabel opgenomen in functie van de dag en het moment van de dag. De bedoeling is dat u aan de hand van dit schema uw geneesmiddelen op een correcte manier inneemt. De apotheker zal met dit document ook de interactie, de posologie,… kunnen checken. Dit geneesmiddelenschema, dat uw eigendom is, moet natuurlijk toegankelijk zijn voor het hele verzorgingsteam (de geneesheer in eerste instantie).

Vraag vandaag nog aan uw apotheker of u van deze dienst mag gebruik maken.

BIJ UW APOTHEKER

Durf vragen te stellen
Vraag hem hoe uw geneesmiddel werkt
Vraag hem om uw geneesmiddelen uit te leggen en de posologie van uw geneesmiddelen op de doos te vermelden
Voor uw gemak, indien u verschillende geneesmiddelen neemt, vraag hem om u een medicatieschema op te maken